Image
Janneke Vink, auteur van De open samenleving en haar dieren
“De Grondwet is het belangrijkste formele document in een samenleving, het gaat niet meer op om daarin geen plek voor dieren te voorzien”, maakt Janneke Vink duidelijk. Janneke Vink is dokter in de rechten, auteur van het boek 'De open samenleving en haar dieren' (2023) en oprichtster van de Nederlandse Vereniging voor Dierenrecht (NVD).
17 maart 2023

Vanwaar uw bijzondere belangstelling voor de juridische status van dieren?

Het is een mateloos interessant onderwerp: het recht poogt maatschappelijke structuren in een ordentelijke mal te gieten, maar in het dierenrecht voel je dat het aan alle kanten schuurt. Dat komt omdat het rechtssysteem in principe voor mensen ontworpen is, niet voor (andere) dieren. Nu we weten dat dieren meer op ons lijken dan voorheen gedacht, worden belangrijke rechtsbeginselen en juridische uitgangspunten op ongekende wijze op de proef gesteld.

Het fascinerendste vind ik dat het dierenrecht aan de diepste vraag van het recht raakt: dient het recht de rechtvaardigheid? Steeds meer ethici beweren dat onze huidige omgang met dieren het grootste onrecht van deze tijd is, en dat men er later zal op terugkijken zoals wij nu op de slavernij terugkijken. Als er ook maar enige waarheid in die gedachte zit, levert dat een ontzettend groot probleem op voor ons rechtssysteem. Dat faciliteert dan onrechtvaardigheid, in plaats van rechtvaardigheid. Die fundamentele aanklacht tegen het rechtssysteem moeten juristen uiterst serieus nemen en onderzoeken.

Bent u voorstander van grondwettelijke bescherming van dieren?

Grondwetten stammen doorgaans uit een tijd waarin we nog weinig over andere dieren wisten en we hen ook nog niet als moreel waardig beschouwden. Die Grondwetten gaan ook nu nog vaak alleen over mensen. In tussentijd is er wel heel wat gebeurd: de wetenschap dwingt ons te erkennen dat dieren in allerlei relevante opzichten op ons lijken, en in de ethiek is de relatieve consensus dat het er ethisch gezien toe doet wat wij dieren aandoen. Het doet ons inzien dat we ook rekening moeten houden met andere levende wezens met gevoel.

Nog niet alle Grondwetten reflecteren die gedachte. Wie ze leest, zou de indruk kunnen krijgen dat dieren niet eens bestaan. Dat is vreemd. Wij delen één en dezelfde samenleving met dieren, we gebruiken ze voor allerhande doeleinden, maken regels over ze, en nemen besluiten die voor hen over leven en dood gaan. De Grondwet is het belangrijkste formele document in een samenleving, het gaat niet meer op om daarin geen plek voor dieren te voorzien.

U pleit in uw boek De open samenleving en haar dieren voor de weg van de geleidelijkheid?

Het inschrijven van dieren in de Grondwet is een serieuze aangelegenheid, niet zomaar een vluchtig prestige-projectje. Vooraf moet duidelijk zijn welk doel je ermee wil bereiken. Kiest men voor de snelle pennestreep van mooi klinkende en gewichtige woorden, dan loop je niet alleen het risico dat het juridisch effect ervan in de praktijk uitblijft, maar ook dat daarmee de geloofwaardigheid van de Grondwet geschaad wordt. Een Grondwet die dingen belooft die niet waargemaakt worden, verliest aan geloofwaardigheid en ontzag. Hoewel sommige dieren uiteindelijk aanspraak moeten maken op fundamentele grondrechten, zijn er goede redenen om die op dit moment nog niet met zoveel woorden in de Grondwet op te nemen. In de huidige samenleving is het niet goed voorstelbaar dat het recht op lichamelijke integriteit voor dieren, bijvoorbeeld, daadwerkelijk zal uitpakken zoals beoogd. Zou je zo’n recht vandaag invoeren, is het risico groot dat het zo goed als genegeerd wordt. Als er zo’n betekenisloos recht in de Grondwet staat, verhoogt het de drempel om op een dag wél echt betekenisvolle rechten voor dieren in te voeren. Het kruit is dan al verschoten.

Beter is het om voorlopig voor een model te kiezen dat weliswaar niet ideaal is, maar aansluit bij de tijdsgeest en alvast de eerste belangrijke consequenties voor dieren bewerkstelligt.

Janneke Vink

Wat is op dit moment dan de beste optie?

Een zogenaamde staatsdoelstelling inzake dierenwelzijn, denk ik. Met zo’n staatsdoelstelling in de Grondwet, drukt de Grondwet uit dat het garanderen van een goed dierenwelzijn een formeel streven én een verantwoordelijkheid van de staat is. Dat zou ten opzichte van de huidige situatie al een aanzienlijke verbetering van de positie van het dier inhouden, en het heeft ook allerlei praktische gevolgen. Het zou ook als opstapje kunnen dienen naar een op termijn rijkere positie voor het dier: een waarin het dier grondrechten heeft. Uiteindelijk denk ik dat wij uit moeten komen bij het toekennen van welzijnsrechten aan bepaalde (namelijk: sentiënte) dieren, maar de route daarnaartoe moet wel doordacht zijn: met zoveel mogelijk respect voor het dier én de constitutionele stabiliteit.

 

Dieren in de grondwet
Janneke Vink
De open samenleving en haar dieren

Gerelateerde nieuwsitems