De Europese Ombudsman start een onderzoek naar een rapport van de Europese Commissie over experimenten op primaten (apen). Dat heeft de Ombudsman van de EU op 28 januari jl. in een brief aan de Europese Coalitie voor de Beëindiging van Dierproeven (Europese Coalitie) laten weten. Het onderzoek komt er na een klacht van de Europese Coalitie, die door GAIA vertegenwoordigd wordt in België. Die schriftelijke klacht telt niet minder dan 26 bladzijden. De Commissie moet zich nu verantwoorden over de "sterk eenzijdige en vooringenomen" samenstelling van de wetenschappelijke werkgroep die het rapport heeft opgesteld. De Commissie moet zich ook verantwoorden over het negeren van een berg wetenschappelijk bewijsmateriaal dat de waarde van apenproeven sterk in vraag stelt enerzijds, en van de bestaande en mogelijke alternatieven anderzijds.
Het rapport over apenproeven in opdracht van de Europese Commissie is een politiek invloedrijk element in de discussie bij de herziening van de EU-Richtlijn over de bescherming van proefdieren. De nieuwe wetgeving zal een vergelijk zijn tussen het Europese Parlement, de Europese Commissie en de EU-Ministerraad die naar alle verwachting binnenkort zijn standpunt bepaalt. Het is het zogenaamde Wetenschappelijk Comité over Gezondheid en Wetenschappelijke Risico's (SCHER) dat op vraag van de Europese Commissie in mei 2008 de alternatieven moest nagaan voor apenproeven, Maar SCHER laat in zijn eindrapport proeven op apen toe voor nagenoeg alle denkbare doeleinden en houdt nagenoeg geen rekening met de wetenschappelijke kennis over de bestaande en mogelijke alternatieven. Het rapport zwakt de waarde van alternatieven ten onrechte sterk af en bevat ook geen enkele aanbeveling voor een stapsgewijze stopzetting van de experimenten.
Experts alternatieven geweerd
De Europese Coalitie klaagt onder meer aan dat de werkgroep die zich heeft gebogen met name over de kwestie van de alternatieven onvoldoende deskundig was. Zo had slechts één enkel lid van de werkgroep beperkte ervaring met alternatieven voor het gebrruik van apen. De andere leden waren onderzoekers die experimenten op dieren uitvoeren. De Europese Commissie weigerde mee te delen wie de werkgroepleden waren. Bovendien beweert de Commissie dat wetenschappers die verbonden zijn aan instellingen voor alternatieve onderzoeksmethoden zonder primaten niet geschikt zijn om in zo'n werkgroep te zetelen, terwijl onderzoekers die proeven op dieren doen dat volgens de Commissie wel zijn.
Bewijs voor alternatieven genegeerd
De werkgroep van de Commissie negeerde een berg wetenschappelijk bewijsmateriaal dat door de Europese Coalitie en andere organisaties werd aangebracht en dat de doeltreffendheid van apenproeven sterk in vraag stelt, inclusief voor onderzoek naar AIDS, beroertes, malaria en de ziekte van Parkinson. Geen enkele van de 85 of meer kandidaat-AIDS-vaccins die succesvol bleken bij apen heeft gewerkt bij menselijke patiënten. Meer dan 1000 potentiële neurobeschermende middelen tegen beroertes werden getest op dieren, maar geen enkele van de 150 die het niveau van de klinische behandeling van mensen bereikte, was succesvol.
Ook de grote hoeveelheid aangebracht bewijsmateriaal over de bestaande en potentiële toepassing van alternatieven voor apenproeven werd door de werkgroep van de Commissie niet weerhouden of slechts heel oppervlakkig behandeld.