Het is niet wegens de juridische vorm dat de Brusselse rechtbank in kortgeding de klacht van de bontindustrie (Bontfederatie, Europese Vereniging van Bontkwekers EFBA, en de international Fur Trade Association) tegen de affichecampagne van GAIA onontvankelijk heeft verklaard. In tegenstelling tot de bewering van de bontindustrie, oordeelde de rechtbank dat de indieners van de klacht geen eerroof kunnen bewijzen. De affiche met Jean-Claude Van Damme die een gevilde nerts in zijn handen houdt, "viseert het principe zelf van het kweken van pelsdieren, door eraan te herinneren, wat theoretisch lijkt voor een bepaald publiek, dat dit een doding van het dier impliceert." Zo vermeldt het vonnis.
De rechtbank onderstreept dat het hier gaat om "het gebruik zelf van bont" en dat de boodschap die de affiche brengt niet gericht is tegen wat de indieners van de klacht als hun statutaire missie beschouwen (d.i.het rekening houden met het voortdurend verminderen van de impact van pelsdierenkweek op het milieu en het tot stand brengen van optimale leefomstandigheden voor de dieren, alsook toezien op de naleving van de wettelijke bescherming van de pelsdieren tijdens hun doding).
Ook oordeelt de rechbank dat de bontindustrie geen direct belang kan bewijzen bij een van hun andere eisen: het verwijderen van iedere journalistieke commentaar die voor hen ongunstig zou zijn wat het kweken van pelsdieren betreft.
De verenigingen pro bont eisten o.a. dat de rechbank de verwijdering van de affiches aan GAIA oplegde op straffe van een dwangsom van 5000 euro per dag; Nu moeten ze 1200 euro (gerechtskosten) aan GAIA betalen.