Zolang hun geheime opdracht duurt hebben speciale terreinonderzoekers van GAIA lange tijd geen contact met vrienden of familie. Voortdurend worden ze geconfronteerd met wantoestanden en wreedheden. Niet iedereen is hiervoor in de wieg gelegd. Toch mogen ze niet in hun opzet falen, want er staat erg veel op het spel. Eén van onze terreinonderzoekers bracht onlangs aan het licht wat zich achter de gesloten deuren van de VUB-laboratoria afspeelt. In dit interview vertelt hij over wat hij elke dag meemaakte, hoe moeilijk hij het had met het alomtegenwoordige en ondraaglijke dierenleed, en zijn pogingen om zo veel mogelijk te vermijden dat de dieren zouden lijden. Hij onthult ook zijn grootste zorgen, de vragen waarmee hij worstelt en de hoop die hij koestert.
Waarom ben je deze uitdaging aangegaan?
Ik ben altijd al tegen dierproeven geweest. Als kind kon ik me al boos maken of werd ik erg triest bij het zien van dergelijke proeven. Vooral als je weet dat er alles aan gedaan wordt om de gruwelijke realiteit voor het grote publiek verborgen te houden. De realiteit staat overigens in schril contrast met het clichébeeld dat de industrie zich wil aanmeten. Ik besliste dan ook om mijn ervaring als dierenverzorger in de strijd te werpen, ondanks het feit dat ik van mening ben dat het helpen van dieren en het gebruik van dieren in laboratoria volstrekt onverzoenbaar zijn met elkaar. Er bestaan echter weinig andere opties om het leed van die dieren aan het licht te brengen. Uit mijn werkervaring in een laboratorium leerde ik dat er niet alleen wreedheid voorkomt maar ook een heleboel fouten gebeuren en onbetrouwbare resultaten verkregen worden.
Hoe bereid jij je voor op zo’n onderzoek – zowel fysiek als mentaal?
Vóór ik aan zo een project begin, sluit ik me eigenlijk liever af van mijn vrienden en familie. Op die manier moet ik hen niet al te veel uitleg geven en kan ik me volledig op mijn taak concentreren. Tot zover het sociale aspect. Wat het werk zelf betreft, is het vooral belangrijk om jezelf goed voor te bereiden op alle mogelijke situaties. Toen ik aan dit onderzoek begon, wist ik dat ik maandenlang taken zou moeten uitvoeren die ik verafschuwde. Ik wist ook dat ik tot over mijn oren in het werk zou zitten. Niet erg, want zo kon ik me op mijn taak blijven concentreren. Daarnaast is het belangrijk een beloning voor ogen te houden, iets waar je naar kunt uitkijken.
Wat gaf je de kracht om door te zetten, ondanks de omstandigheden?
Ik had het op bepaalde dagen bijzonder moeilijk, maar ik liet me nooit kennen. Ik bleef gefocust op mijn uiteindelijke doel, en dat heeft erg geholpen. Ook het feit dat ik van nature optimistisch ben, heeft bijgedragen tot het succes van mijn missie. Ik maakte ook zo veel mogelijk gebruik van mijn vrije tijd om te ontspannen, door met mensen te praten, te gaan wandelen in het park en vooral niet aan die gruwelijke en kille plaatsen te denken vol kooien met opgesloten dieren.
Had je er geen moeite mee om
je aan de feiten te houden en je geloofwaardigheid te behouden, ondanks het feit dat het je persoonlijk raakte?
Ik heb altijd geprobeerd om de feiten zo waarheidsgetrouw mogelijk op te schrijven. Persoonlijk was het soms erg moeilijk.
Heeft deze ervaring op jou een blijvende indruk nagelaten?
In deze job werd ik geconfronteerd met een gruwelijk en onbegrijpelijk aspect van het leven. Ik kan er maar niet bij dat mensen tot zoiets in staat zijn. Getuige zijn van praktijken waarbij dieren pijn en leed wordt toegebracht, stemt me boos en triest tegelijk. Vooral omdat ik helemaal niets voor die dieren kon doen. Ze worden doorgaans in de laboratoria geboren, worden als proefdier ingezet ten dienste van de wetenschap en sterven er ook. Aan die situatie kon ik weinig veranderen. Ik kon enkel het dierenleed vaststellen dat door mijn collega’s en oversten werd teweeggebracht of in de hand gewerkt en de dieren zo liefdevol en menselijk mogelijk verzorgen. Ik had er vooral moeite mee dat het dierenleed voor de andere medewerkers volstrekt normaal en onbeduidend leek. In zo een omgeving begin je soms te twijfelen aan jezelf en aan wat je ziet. Maar telkens ik de dieren in de ogen keek, wist ik dat wat daar gebeurde niet normaal was. Deze ervaring heeft sporen bij me nagelaten, maar ik ben er vandaag nog sterker van overtuigd dat ik het voor de dieren wil opnemen. Ik heb er bovendien vertrouwen in dat dit werk niet voor niets is geweest, dat het veel mensen de ogen zal openen en tot positieve veranderingen zal leiden voor de dieren.
Welke impact heeft deze ervaring op jou gehad?
Ik was toch enigszins ontmoedigd en raakte gefrustreerd door mijn werk in het proefdierenverblijf. In ‘het echte leven’ zou ik helemaal anders reageren op dierenmishandeling. Aangezien ik voor GAIA een opdracht uitvoerde, moest ik echter vriendelijk blijven en iedereen te vriend houden. Dat was best wel verwarrend.
Hoe ging je om met het alomtegenwoordige dierenleed? Hoe slaagde je erin je emoties niet te laten meespelen?
Emotioneel was dat bijzonder moeilijk. Wat ik allemaal te zien kreeg en meemaakte, maakte een diepe indruk. Ik was uitgeput. Anderzijds trek ik me op aan het feit dat ik mijn verantwoordelijkheid altijd ernstig heb genomen. Dat geldt voor alle nodige zorgen die ik aan de dieren heb toegediend. Elke tekortkoming of fout die ik tijdens mijn missie opmerkte, bracht me ertoe mijn taak nog meer ter harte te nemen. Als een dier verzorging nodig had, zat mijn werk er na 17 u. overigens niet op. Het feit dat mijn collega’s amper ingrepen als een dier ziek werd of gewond raakte, was erg frustrerend. Ik heb meerdere pogingen ondernomen om problemen bij mijn oversten of collega’s aan te kaarten, maar tevergeefs. Telkens opnieuw stuitte ik op reacties als “hij is niet bereikbaar”, “dat kan geen kwaad” of “we zien morgen wel”. En het opvallende gebrek aan verantwoordelijkheid of empathie bij mijn collega’s maakte het voor mij extra moeilijk.