In het licht van de gezondheidscrisis die Covid-19 veroorzaakt, lanceert GAIA een nieuwe campagne waarin we oproepen tot de sluiting van ‘wet markets’ overal ter wereld. Daarnaast roepen we op om de wereldwijde handel in wild gevangen dieren en verre veetransporten aan banden te leggen.
‘Wet markets’ hebben hun naam deels te danken aan het bloed, de ingewanden, de schubben en het water dat in de vloer van de marktplaatsen druipt… overblijfselen van gedode dieren. In feite zijn het slachthuizen in open lucht.
Op deze markten worden wilde en andere dieren zoals civetkatten, wasberen, slangen, krokodillen, honden en pluimvee verhandeld in de meest walgelijke omstandigheden. Ze zijn vaak ziek, uitgedroogd en sterven net niet de hongerdood.
Deze markten zijn niet enkel een aanfluiting van de notie dierenwelzijn, ze vormen ook een bedreiging voor de volksgezondheid en zijn in het verleden de bron geweest van epidemieën zoals SARS. Talrijke onderzoekers zijn van mening dat Covid-19 een vergelijkbare oorsprong kent. De stam van het coronavirus, is waarschijnlijk afkomstig van een ‘wet market’ in Wuhan (China), bekend om zijn handel in wilde dieren en beschermde soorten.
Copyright foto: Jo-Anne McArthur / We Animals
De handel in wilde dieren verbieden
We weten waar SARS vandaan komt: hoogstwaarschijnlijk van vleermuizen via civetkatten overgesprongen op de mens. Het nieuwe coronavirus kent wellicht een gelijkaardige oorsprong: van vleermuizen via schubdieren, de meest verhandelde ter wereld, op de mens. Handelaars in wilde dieren bleken antilichamen aan te maken tegen SARS. China liet toen na om de handel in wilde dieren kordaat en drastisch aan te pakken.
Afstappen van de intensieve/industriële veehouderij
GAIA stelt het al jaren aan de kaak: de intensieve/industriële veehouderij is niet diervriendelijk, niet duurzaam en niet gezond. In dergelijke veehouderijen leven dieren zodanig dicht op elkaar dat ze onmogelijk kunnen voldoen aan hun natuurlijke behoeftes. Geen toegang tot de buitenwereld, geen daglicht, niet meer dan producten. Ook het gebrek aan genetische diversiteit in de intensieve/industriële veehouderij kan de gevoeligheid voor ziekten, in het geval van een epidemie vergroten. Er is een dringende noodzaak om dit model, de intensieve veehouderij, te veranderen.
‘Wet markets’ onmiddellijk en overal verbieden
De huidige coronacrisis maakt opnieuw duidelijk dat er voor ‘wet markets’ geen plaats is als we pandemieën en grootschalig dierenleed willen vermijden. GAIA dringt er dan ook bij de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization ; WHO) op aan om alle ‘wet markets’, in China, Vietnam, Laos, Tailand, Birma en Cambodja, te verbieden. Deze markten vormen niet alleen een direct gevaar voor de mens, maar zijn ook intens wreed en afschuwelijk voor dieren.
Stop de lange afstandstransporten van levend vee
Wachttijden van 18 uur tussen Duitsland en Polen, 40 kilometer file tussen Litouwen en Polen, 3 uur om 300 meter te rijden in Bulgarije... We weten dat de omstandigheden waarin levende dieren in "normale" tijden getransporteerd worden al slecht zijn… ze zijn hels tijdens de Covid-19 gezondheidscrisis.
Verre veetransporten (in de eerste plaats het vervoer van slachtvee naar derde landen) zijn potentiële verspreiders van dierenziektes met rampzalige gevolgen en moeten stoppen. Samen met meer dan 65 organisaties roept GAIA de EU op om het vervoer van levende dieren over lange afstanden te verbieden, met name transporten die meer dan 8 uur duren.
Geen halve maatregelen meer. Om te beginnen moeten alle wet markets als broeihaarden van verspreiding van besmettelijke virussen, plaatsen van onvoorstelbare wreedheid en walgelijk gebrek aan hygiëne, opgedoekt worden. De wereldwijde handel in wild gevangen dieren moet eveneens aan banden gelegd worden. Verre veetransporten moeten stoppen. De transitie naar vervoer van vlees en karkassen moet dringend worden opgelegd en doorgevoerd.
De echte kans van deze crisis is dat ze als een waarschuwingssignaal kan dienen. Het is tijd om te handelen voor de dieren en voor onze eigen gezondheid.
Wet markets: dierenleed troef
Op ‘wet markets’ worden levende dieren in de open lucht verhandeld en brutaal ‘on the spot’ geslacht. Wilde en andere dieren worden samengepropt in krappe kooien en onhygiënische hokken, waardoor een voedingsbodem ontstaat voor ziektes zoals Covid-19. Het is vanwege het gevaar voor de volksgezondheid en vanwege het intense dierenleed, dat deze markten moeten worden verboden.
Transport van dieren: gunstige maatregelen voor ziektes
De Europese Commissie drong er op 16 maart op aan dat de transporten van levend vee tussen de lidstaten moeten blijven plaatsvinden, ondanks ernstige problemen ten gevolge van de coronacrisis. Kroatië laat geen vrachtwagens voor veevervoer binnen uit 'hoge risicozones', die niet gedefinieerd zijn en van uur tot uur wijzigen. Gevolg: lange files aan de grenzen tussen EU-lidstaten en het uitgangspunt tussen Bulgarije en Turkije. Lange wachttijden ook aan de Poolse grenzen. Files van tientallen kilometers aan de Duitse kant van de grens en aan de grens tussen Litouwen en Polen. Immense files ook aan de Bulgaars-Turkse grens. Die situatie brengt extra dierenleed teweeg en verhoogt het risico op verspreiding van het coronavirus door vrachtwagenchauffeurs en operatoren, die in contact komen met andere mensen en besmette oppervlakten.
2.000 km afgelegd, meer dan 50 uur reizen: dit is de beproeving die de 200.000 kalveren die elk jaar uit Ierland worden geëxporteerd, moeten doorstaan. En dit is slechts één voorbeeld, want elk jaar worden er bijna een miljard gevogelte en 37 miljoen koeien, varkens, schapen, geiten en paarden levend vervoerd binnen de Europese Unie en naar derde landen. Vandaag, met urenlange wachttijden aan de grenzen, zijn deze transporten nog wreder. Verre veetransporten (in de eerste plaats het vervoer van slachtvee naar derde landen) zijn potentiële verspreiders van dierenziektes met rampzalige gevolgen en moeten stoppen.
Intensieve/industriële veehouderij: promotor van ziektes
Een werkgroep van de Verenigde Naties heeft verklaard dat "uitbraken van hoog pathogene aviaire influenza (HPAI) over het algemeen in verband kunnen worden gebracht met intensieve veeproductie-, handels- en afzetsystemen". Ziekten worden verspreid door intensief en extensief gekweekte dieren. Hoe meer dieren, hoe hoger de dichtheid en hoe groter het risico op het ontstaan en de verspreiding van ziekten. De intensieve veehouderij, waarbij grote aantallen dieren binnen worden gehouden en waarbij sprake is van extreme dichtheid, verhoogt logischerwijs het risico van ziekteoverdracht tussen de dieren. Bovendien is de reactie van de autoriteiten bij een zoönose-epidemie die het vee treft, altijd dezelfde: om te voorkomen dat exportmarkten gesloten blijven, wordt de voorkeur gegeven aan het massaal doden van honderdduizenden dieren in plaats van aan de behandeling ervan. De economie gaat altijd voor op de zorg.
Bushmeat: illegaal en gevaarlijk
De toenemende handel in bushmeat veroorzaakt een "leegloop" van het regenwoud: steeds meer diersoorten worden er met uitsterven bedreigd. Jagers krijgen, door de ontbossing, steeds gemakkelijker toegang tot voordien onbereikbare gebieden. Bovendien is er een risico voor de volksgezondheid: met het vlees kunnen ook gevaarlijke virale ziektes zoals ebola worden binnengebracht. Toch blijft België een knooppunt voor het transport van bushmeat: op basis van een studie die in 2017 - 2018 door de Universiteit van Luik werd uitgevoerd, schat het Belgisch Ministerie van Volksgezondheid dat 44,4 ton Afrikaans bushmeat elk jaar via de luchthaven van Zaventem passeert, meestal in de bagage van passagiers op commerciële vluchten. Dit vlees kan pathogene bacteriën bevatten die bij de mens voedselvergiftiging, gastro-enteritis en andere bacteriële infecties kunnen veroorzaken. De vernietiging van leefomgevingen van wilde dieren en het verlies aan biodiversiteit en ecosystemen, veroorzaakt door menselijke activiteiten, zijn belangrijke elementen in het ontstaan van nieuwe ziekten. Om deze redenen moet de handel van in het wild gevangen dieren worden verboden.
Zoönosen zijn ziektes of infecties die worden overgedragen van dieren op mensen.
Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) zijn drie van de vier nieuwe of opkomende infectieziektes afkomstig van dieren. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Escherichia Coli (E. Coli), Campylobacter en Salmonella. Dit is geen nieuwe informatie: de Spaanse griep die zich in het begin van de 20e eeuw voordeed, kwam van vogels; de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (gekkekoeienziekte) is gelinkt aan runderen; de Ebola-epidemie in Afrika is gelinkt aan bushmeat. En dan hebben we nog de vogelgriep, varkenspest, ... de voorbeelden zijn helaas talrijk.
De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) heeft verklaard dat de oorsprong van COVID-19 nog niet kan bevestigd worden, hoewel verschillende vooraanstaande virologen het eens zijn over de dierlijke oorsprong van het virus. [https://www.who.int/health-topics/coronavirus]
Wilde dieren zijn natuurlijke gastheren voor de meeste bacteriën, virussen en andere micro-organismen die overdraagbare ziekten op de mens kunnen veroorzaken. Eerdere soortgelijke coronavirussen kunnen afkomstig zijn van vleermuizen en zich hebben verspreid naar andere wilde dieren (zoals de civetkat). [https://www.cdc.gov/coronavirus/2019-ncov/cases-updates/summary.html?CDC_AA_refVal=https%3A%2F%2Fwww.cdc.gov%2Fcoronavirus%2F2019-ncov%2Fsummary.html]. Zo werd de SARS-uitbraak van 2003 waarschijnlijk op de mens overgedragen via wilde dieren die op markten levend werden verhandeld.
De markten voor levende dieren (‘wet markets’) zijn wijdverspreid in China, delen van Zuidoost-Azië en Afrika. Wilde dieren, van schubdieren tot vleermuizen, worden dicht bij elkaar in kooien geplaatst om te worden verkocht. Deze soorten zouden in het wild nooit met elkaar in contact zijn gekomen.
De nabijheid van de mens is de ideale voedingsbodem voor zoönosen, d.w.z. ziekten die van dier op mens kunnen worden overgedragen. Het kan niet worden genegeerd dat deze markten momenteel een essentiële bron van voedsel en inkomsten zijn voor miljoenen van de armste mensen ter wereld. In China bijvoorbeeld volgde de consumptie van wilde dieren op de grote hongersnood van 1960. Het moet ook gezegd worden dat in China steeds meer stemmen opgaan om de consumptie van wilde dieren te verbieden. Er is intussen ook een verbod op de consumptie van katten en honden in de maak.
Ja.
De oorzaak van ziektes wordt vaak toegeschreven aan wilde dieren, maar het verkeer van mensen, dieren en goederen is de belangrijkste factor in de verspreiding. Een werkgroep van de Verenigde Naties heeft verklaard dat "uitbraken van hoog pathogene aviaire influenza (HPAI) over het algemeen in verband kunnen worden gebracht met intensieve pluimveeproductie-, handels- en afzetsystemen".
Ziekten worden verspreid door intensief en extensief gekweekte dieren. Hoe meer dieren, hoe hoger de dichtheid en hoe groter het risico op het ontstaan en de verspreiding van ziektes.
De intensieve/industriële veehouderij, waarbij grote aantallen dieren binnen worden gehouden en waarbij sprake is van extreme dichtheid, verhoogt logischerwijs het risico van ziekteoverdracht tussen de dieren. Dit is met name het geval voor varkens en pluimvee.
Bovendien wordt in de intensieve/industriële veehouderij over het algemeen gebruik gemaakt van dieren met een lage genetische diversiteit en de extreme dichtheid en opsluiting in dergelijke bedrijven leiden vaak tot een verzwakking van het immuunsysteem van de dieren. Het overgrote deel van de 65 miljard vleeskuikens die jaarlijks worden geslacht, is bijvoorbeeld afkomstig van een tiental hybride kruisingen die door slechts drie bedrijven wereldwijd worden geproduceerd. Deze hybride rassen hebben de plaats ingenomen van talloze traditionele rassen.
Tot slot is er in Europa weliswaar sprake van een lichte daling, maar door het massale gebruik van antibiotica in de veehouderij neemt ook het aantal anti-bioticaresistente bacteriën toe, waardoor de immuniteit van mensen die vlees eten afneemt. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de toenemende anti-bioticaresistentie een van de grootste bedreigingen voor onze gezondheid en de voedselveiligheid. Om onze eigen gezondheid in de toekomst veilig te stellen, is het essentieel om het gebruik van dieren in onze voedselketen drastisch te verminderen.
In een uitzonderlijke periode in Europa en de wereld staat de Europese Commissie erop dat het vervoer van levende dieren tussen de EU-landen wordt voortgezet. Deze richtlijnen houden geen rekening met de ernstige problemen die zich aan de grenzen voordoen en die gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van de vervoerde dieren.
Gevolgen van de coronacrisis:
Voertuigen die dieren vervoeren worden de toegang tot Kroatië geweigerd;
40 km lange wachtrijen aan de grens tussen Litouwen en Polen;
65 km lange wachtrijen aan de Duitse kant van de grens met Polen. Gevolg: wachttijden van wel 18 uur;
Voertuigen met dieren staan ook in zeer lange rijen bij de grens tussen Bulgarije en Turkije
Er bestaat ook een reëel risico dat landen hun grenzen zullen sluiten zonder dat ze over de nodige infrastructuur beschikken om aan de welzijnsbehoeften van de getransporteerde dieren en de EU-wetgeving te voldoen. Denk maar aan genoeg voedsel en water en rustplaatsen.
Volgens een uitspraak van het Europees Hof van Justitie zijn de EU-regels voor het transport van dieren ook van toepassing in derde landen waar de dieren naartoe worden getransporteerd en moeten de transporteurs die regels bijgevolg respecteren. Wanneer de dieren hun bestemming bereiken, worden ze systematisch met geweld uit de vrachtwagens gedreven en komen ze bijzonder wreed aan hun einde (bijvoorbeeld onverdoofd geslacht). Verre veetransporten moeten stoppen. De transitie naar vervoer van vlees en karkassen moet dringend worden opgelegd en doorgevoerd.





