Toespraak ter gelegenheid van de 20e verjaardag van GAIA
Antwerpen, 10 juni 2012
Dames en heren,
Als minister belast met dierenwelzijn is het mij een genoegen hier deze namiddag aanwezig te zijn om een ietwat ongewone verjaardag te vieren, namelijk die van een vereniging die door haar moed maar vooral door haar vastberadenheid haar sporen heeft verdiend, en waarvan de naam, GAIA, in de loop der tijden een symbool op zich, zelfs een synoniem voor de verdediging van de dieren is geworden.
20 jaar is al een mooie leeftijd, en het staat ook voor een reeks verwezenlijkingen die de voorzitter van GAIA, de heer Michel Vandenbosch, u vandaag ongetwijfeld in herinnering zal brengen.
Er is een lange weg afgelegd, die, niet toevallig, samenvalt met de evolutie van de wetgeving rond dierenwelzijn. Sta mij toe om even terug te blikken op een tijdperk waarin het dier louter beschouwd werd als een productiemiddel voor voedingswaren, iets om te temmen of om af te richten, uit angst of voor de uitdaging ervan, een ding ten dienste van de mens. Maar het wordt in de loop der tijden toch als een gevoelswezen erkend, dat een eigen bescherming en daarvoor beschermers nodig heeft.
Zowel op nationaal als op internationaal vlak zullen de levensomstandigheden van de dieren meer en meer de aandacht van de publieke opinie en van de politici beroeren. Eén van de opmerkelijkste bijdragen tot de vooruitgang op het vlak van de erkenning als gevoelswezen zal uit het Verenigd Koninkrijk komen, waar in de jaren 60 de 5 vrijheden van het dier het licht zien, met name gespaard blijven van honger en dorst, van angst en tegenspoed, van fysisch of klimatologisch ongemak, van pijn en van ziekte en de vrijheid om zijn soortgebonden natuurlijk gedrag te vertonen.
In België zal men moeten wachten op de jaren 80 en de goedkeuring van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren om een concreet spoor van deze erkenning terug te vinden. Terwijl men overal elders in hoofdzaak over de gezondheid en de bescherming van de dieren praatte, besliste de toenmalige Belgische wetgever om een bijzonder belang te hechten aan hun welzijn, door te erkennen dat ze naast fysieke pijn evengoed psychologische pijn konden lijden, zoals door stress en angst, te wijten aan hun levensomstandigheden, zowel in het kader van hun opsluiting, hun transport als wanneer ze gedood werden.
Hoewel het strikt gezien niet om een aanzet tot dierenrechten gaat, dat de vele medestanders van de dierenzaak ter harte gaat, bevat de wet van 1986 toch een arsenaal aan repressieve maatregelen in geval van misbruik, bovenop de door de strafwet bepaalde straffen.
Sindsdien hebben de wetgevende machten en de opeenvolgende ministers bevoegd voor dierenwelzijn geprobeerd om, op basis van zowel wetenschappelijke als ethische criteria, de oorspronkelijke tekst te amenderen teneinde de levensomstandigheden van de dieren te verbeteren. Het is de start van een reeks maatregelen waarin Gaia dikwijls een belangrijke en zelfs beslissende rol heeft gespeeld. Ik denk in het bijzonder aan de paardenrennen, de beestenmarkten, de wilde dieren in de circussen, de honden- en kattenhandel, zonder op internationaal vlak de bescherming van de zeehonden te vergeten.
De wet van 1986 zorgde er ook voor dat er uitstekende adviesraden kwamen, zoals de Raad voor Dierenwelzijn, en ik neem de gelegenheid te baat om hulde te brengen aan het opmerkelijke werk daarin door haar leden, waarbij Michel Vandenbosch en Ann De Greef tot de meest ijverige en beluisterde leden behoren.
Want, wat zou de wet op het dierenwelzijn voorstellen zonder de verenigingen voor de dierenbescherming? Weinig wetgevingen als de wet van 1986 kunnen er prat op gaan dat ze door hen geïnspireerd, ondersteund maar soms ook bestreden werden. Ik grijp de gelegenheid te baat om hen in dit midden hulde te brengen. Ik denk in het bijzonder aan alle vrijwilligers die in die verenigingen actief zijn, en ik begroet hun vastbesloten maar altijd vreedzame, kritische maar toch opbouwende, speelse maar ook opvoedende strijd. GAIA heeft vooral van dat laatste aspect een erezaak gemaakt, en ik feliciteer hen met hun initiatief om in de scholen vormingen te geven. Het betreft een door het grote publiek minder gekende initiatief, maar het is in mijn ogen even belangrijk als haar informatie- en bewustmakingscampagnes.
Dankzij de inzet van iedereen heeft het dier in de regelgeving zijn adelsbrieven verworven, en zijn lot wekt minder en minder onverschilligheid op bij een publieke opinie die bereid is om zich door rechtvaardige zaken te laten beroeren. Zoals vele anderen was ik bijzonder geschokt door de irrationele mishandeling en verwaarlozing van dieren. Ik vind dat het gerecht die zeer streng moet bestraffen. Ik heb dat onlangs nog eens herhaald bij mijn bezoek aan het asiel" Animaux en péril", een organisatie waarvan ik weet dat ze dicht bij uw vereniging staat.
Er moet natuurlijk nog heel wat werk worden verzet om het dagelijkse dierenleed te verminderen. Onder die vele projecten is er één die mij, maar ook de dierenbeschermers, bijzonder nauw aan het hart ligt, namelijk de kwestie van de overbevolking van katten in de asielen, wat elk jaar tot een massale euthanasie van dikwijls gezonde dieren leidt.
Dankzij het werk van met name de verenigingen voor dierenbescherming heeft de Raad voor Dierenwelzijn een advies kunnen geven dat voor die problematiek een duurzame oplossing biedt. Zodra ik het had gelezen, nam ik mij voor om het uit te voeren en een meerjarenplan voor het steriliseren van katten uit te werken. Ik weet dat GAIA met ongeduld op dat plan wachtte, en daarom wou ik vandaag dus kunnen aankondigen dat de ministerraad de maatregel heeft goedgekeurd.
Concreet zullen de katten die voor adoptie worden aangeboden vanaf 1 september van dit jaar verplicht gesteriliseerd en geïdentificeerd zijn. In 2014 zal geen enkele kat nog kunnen worden verkocht of weggegeven zonder verplicht gesteriliseerd en geïdentificeerd te zijn. Ik weet dat velen onder u ook op de goedkeuring van de derde fase van het plan met een verplichte sterilisatie voor alle katten vanaf 2016 hoopten, maar de regering verkoos om de situatie eerst zowel op het vlak van het dierenwelzijn als dat van de volksgezondheid te evalueren. Het spreekt vanzelf dat ik er krachtig voor zal pleiten om het meerjarenplan volledig van kracht te laten worden, zoals de leden van de Raad voor dierenwelzijn vragen, en ik weet dat ik op uw steun kan rekenen om in die zin te handelen.
Sta mij toe dat ik, voor ik afsluit, GAIA nog eens van harte gelukwens, en ik wens dat zij in de toekomst nog vele uitdagingen zal aangaan, en dit uiteraard in een goede samenwerking met de overheden. Ter gelegenheid van deze verjaardag wil ik ook alle verenigingen voor de dierenbescherming feliciteren. Er zijn er hier vandaag vele aanwezig waarvan ik de dagelijkse inzet voor de bescherming van de dieren ken en waardeer.
Mij rest alleen nog een speciale prijs uit te reiken, de gouden poot, aan iemand die ik erg waardeer en met wie ik de dagelijkse zorg deel om de zwaksten en stemlozen van onze maatschappij te verdedigen, en wat hem er als vanzelf toe heeft gebracht om zich ook voor de verdediging van de dieren in te zetten.
LAURETTE ONKELINX,
federaal minister bevoegd voor Dierenwelzijn