Een nieuwe legislatuur, wat zijn de uitdagingen?
Aan het begin van deze nieuwe legislatuur vragen wij u om dierenwelzijn de komende jaren als prioriteit voorop te stellen.
Sinds 1992 zet GAIA zich onvermoeibaar in voor een betere bescherming van dieren in België. Dankzij onze inspanningen is er al heel wat vooruitgang geboekt, maar de weg is nog lang.
Wat zijn de grote uitdagingen op het gebied van dierenwelzijn tijdens deze legislatuur en hoe kan u een rol spelen?
Een Brusselse dierenwelzijnscodex

Een van de prioriteiten van deze legislatuur in Brussel is de goedkeuring van een dierenwelzijnscodex.
Vorig jaar werd een ontwerp voor een dergelijke codex niet goedgekeurd door de Brusselse regering en bereikte het helaas de parlementaire stemming niet. Het gevolg: een cruciaal instrument om de wettelijke bescherming van dieren te verbeteren en te versterken is niet in werking kunnen treden.
Hierdoor loopt Brussel een zorgwekkende achterstand op en blijft het de enige regio in België zonder een dierenwelzijnscodex. De nieuwe legislatuur biedt echter een unieke kans om deze situatie recht te zetten en deze cruciale wetgeving eindelijk op te nemen in het Brusselse juridische kader.
GAIA roept op om drie kernmaatregelen als prioriteit op te nemen in deze codex, die onmisbaar zijn voor een effectieve en ambitieuze bescherming van dieren in onze hoofdstad.
De 3 maatregelen die in de welzijnscodex voor dieren moeten worden opgenomen
1. De verplichte verdoving van dieren voor het slachten
De Belgische en Europese slachtwetgeving vereist dat dieren bewusteloos worden gemaakt voordat ze worden geslacht. De wetgever heeft echter een uitzondering voorzien voor het slachten volgens joodse of islamitische religieuze gebruiken. Het slachten van dieren die bij volle bewustzijn zijn, stelt hen echter bloot aan ondraaglijk lijden. Om die reden veroordelen Belgische en Europese dierenartsenverenigingen terecht deze wrede praktijken en roepen ze unaniem op tot verplichte verdoving vóór het slachten.

In 2017 keurden Vlaanderen en Wallonië die verplichte voorafgaandelijke verdoving van dieren vóór het slachten goed, zonder dat dit afbreuk doet aan de vrijheid van godsdienstbeleving. De twee wettelijke verboden werden gevalideerd door het Hof van Justitie van de EU (2020), het Grondwettelijk Hof (2021) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (2024) als proportioneel en noodzakelijk om het doel – vermijdbaar dierenleed vermijden – te realiseren. Alle ogen zijn nu dus gericht op het Brusselse gewest, dat in die kwestie de slechtste leerling van de klas is.
Als Brussel dierenwelzijn serieus neemt, moet het het onverdoofd slachten van dieren verbieden. Aangezien 8 op de 10 Brusselaars voorstander zijn van verplichte verdoving, is het des te dringender om deze maatregel in te voeren. (Ipsos enquête, 2024).

2. Een efficiënte strategie om dierproeven in te perken
In een rapport van de Europese Commissie uit 2022 bekleedt België de 5e positie van landen in de EU met het hoogste aantal pijnlijke dierproeven (11,6%) . In 2023 werden er in Brusselse laboratoria 50.922 dieren voor proeven gebruikt, vaak in stresserende omstandigheden en met veel dierenleed tot gevolg. Als we deze statistieken elk jaar geleidelijk willen verlagen, is een echt ambitieus beleid van essentieel belang. Daarom vraagt GAIA Brussel om een duidelijke strategie. Concreet moeten de volgende prioriteiten worden uitgewerkt:
Statistieken over dierproeven worden elk jaar gepubliceerd door Environnement.brussels en geven aan dat er tegenwoordig minder dieren in de Brusselse laboratoria worden gebruikt dan in 2010. Toch lijkt deze afname geen constante of gecontroleerde trend te zijn, maar eerder willekeurig.
In 2023 zal on geveer 0,27 % van het Brusselse wetenschappelijke budget in onderzoek naar alternatieven voor dierproeven worden geïnvesteerd (€ 193.999 van € 70,5 miljoen).
Dat zal bijdragen aan de ontwikkeling en financiering van alternatieve methoden voor dierproeven.
Momenteel publiceert Leefmilieu Brussel alleen jaarstatistieken over het aantal dieren dat in laboratoria wordt gebruikt. Die statistieken zijn niet meer dan een compilatie van informatie die de laboratoria verstrekken. GAIA vraagt dat de overheid veel gedetailleerdere gegevens voorlegt over de aard van de dierproeven, het veroorzaakte leed of de pijnlijke experimenten die zonder verdoving worden uitgevoerd.
GAIA vraagt eveneens om de focus te leggen op dieren waarvan de gevoeligheid het meest is aangetoond. Zo eisen we bijvoorbeeld met klem een verbod op experimenten op honden en katten (respectievelijk 89 % en 91 % van de Brusselaars is pro verbod), wegens hun bijzondere rol en maatschappelijke status, en op primaten (84 %), omwille van de wetenschappelijke consensus over hun gevoeligheid en complex bewustzijn.
3. Verbod op de verkoop van producten die afkomstig zijn van dierenleed
In 2017 verbood het Brusselse gewest de pelsdierfokkerij op zijn grondgebied. Het was namelijk van oordeel dat deze productie een bron van grote wreedheid was. Nu moet Brussel echter consequent zijn en een stap verder gaan. Zo moet ook de verkoop van producten die afkomstig zijn van dierenleed worden verboden, waaronder:
Gezien de omvang van het lijden – wilde dieren worden in kooien gehouden of in het wild gevangen – en de wrede dodingsmethoden (zoals anale elektrocutie, vergassing...), én de kwaliteitsvolle alternatieven voor dit product, zou een dergelijke wet volkomen gerechtvaardigd zijn. Tevens leverde het Europees Burgerinitiatief Fur Free Europe dat gevalideerd werd door de Europese Commissie 1 502 319 handtekeningen op.
België is 's werelds grootste importeur van kangoeroevlees voor menselijke consumptie en speelt dus een sleutelrol in de commerciële jacht. Deze bijzonder wrede vorm van jagen werpt grote vragen over dierenwelzijn op en veroorzaakt onaanvaardbaar lijden.
Een verbod op de verkoop en de handel van foie gras, dat via dwangvoederen tot stand komt, zal een definitief einde stellen aan een productiemethode waarvan er wetenschappelijk is bewezen dat ze ernstig lijden veroorzaakt.
Als dieren in een lijmval verstrikt raken, ondergaan ze een lijdensweg die meerdere dagen kan duren.
Het gebruik van een rond aquarium schendt het vissenwelzijn en voldoet niet aan de ethologische en gezondheidsbehoeften van deze dieren. Deze te kleine bokalen of bakken, zonder zuurstof of filtratie, zijn een aanfluiting van hun welzijn en levenskwaliteit.

Als we willen dat die verbodsbepalingen succesvol zijn, moeten we rekening houden met bepaalde internationale principes, zoals de regels voor vrije handel in goederen en diensten (vrij verkeer van goederen en diensten). Die regels zijn echter niet absoluut en dergelijke maatregelen zijn mogelijk als ze goed worden gemotiveerd (in casu omwille van een schending van het dierenwelzijn). Bovendien zijn er al enkele antecedenten. De verkoop van bont is al verboden in steden als San Francisco en Sao Paulo, evenals in India.
De handel in honden- en kattenpelzen is illegaal in de EU omwille van morele redenen. En in 2009 verbood de EU ook de handel in zeehondenproducten, nadat België op dat vlak een pioniersrol speelde, en verklaarde de Wereldhandelsorganisatie dat handelsverbod als zijnde in overeenstemming met de regels van de vrijhandel. WTO verklaarde dat dierenwelzijn een universele waarde is.
GAIA vraagt Brussel daarom om de verkoop van producten, die het resultaat zijn van even wrede als zinloze mishandeling, te verbieden.

Wil je samenwerken met GAIA?
Heb je vragen of wil je van gedachten wisselen met GAIA over dierenwelzijnsthema's? Neem dan gerust contact op met Ann De Greef, Algemeen Directeur, via het volgende e-mailadres: ann.degreef@gaia.be.