Ik eet geen vlees van jonge dieren. Geen lam, geen kalf, geen big. Het is alvast een begin. Je zou argumenten kunnen verzinnen om het doden van oude dieren te verantwoorden, maar dat ook de jongetjes en meisjes in het dierenrijk op een wreedaardige manier worden gemassacreerd, daar kan ik erg woedend om worden. Plus, als oude dieren vermoord worden, moeten ze wel eerst een goed leven aangeboden krijgen. Dat zal natuurlijk nooit voor honderd procent gebeuren.
De meeste mensen zijn enorme klootzakken die er helemaal niks mee inzitten dat wezens met een adem kapotgemaakt worden. Vele mensen zitten er niet eens mee in dat ze elkaar kapotmaken. Ik wind me veel te gemakkelijk op. Ik heb teveel gedachten als: ik koop een honkbalknuppel en ik sla iedereen die zo’n hond of z’n kat acht uur per dag alleen laat, jaren aan een stuk, de kop in. Zelfs eikels die hun slang verwaarlozen haat ik. Ik ben niet dol op slangen, en toch. Slangen eten weerloze muizen en ratten en daarom ben ik niet dol op slangen, hoewel ik ook niet dol ben op muizen en ratten, maar toch.
Ja, die gedachten. Ik stel me dan voor hoe ik in een kippenslachterij tevoorschijn treed, en een kippenslachter in z’n kruis schop. En hem toeschreeuw: ‘Als jij nog ooit één kip slacht, zal ik je weten te vinden, en het einde der tijden zal voor jou nabij zijn.’ Het zijn zinloze gedachten, maar dat houdt me niet tegen om ze door m’n geest te laten razen. Ik denk: kom bij mij, konijntjes en haasjes en egeltjes en caviaatjes en hertjes, en huppel rond op de grootste boerderij ter wereld, die ik gebouwd heb in een hoek van de hemel.