Brussel – 13 februari 2014 - De dierenrechtenorganisatie GAIA deelt de wens van Vlaams Minister- President Kris Peeters dat in de volgende regering een minister voor Dierenwelzijn wordt aangesteld. "Maar dat mag zeker niet de minister zijn die ook bevoegd is voor Landbouw," benadrukt GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch. Want in dat geval zullen landbouw-en andere economische belangen, zoals van de dierenhandelssector altijd voorgaan op het dierenwelzijn." Erger, het dierenwelzijn dreigt in dat geval opnieuw verstikt te geraken onder het verpletterende gewicht van de landbouw.
GAIA vreest dat minister Peeters, tevens landbouwminister in de huidige Vlaamse regering, vooral het bedje wil spreiden van de landbouwsector die opnieuw de totale machtsgreep over dierenwelzijn wil verkrijgen. Dat er beleidsmatig op het gebied van het dierenwelzijn meer dan een tandje moet bijgestoken worden, wordt door GAIA onderkend, maar dan is Kris Peeters op dat gebied niet bepaald het meest stichtende voorbeeld.
Een voorstel van huidig federaal minister voor Dierenwelzijn Laurette Onkelinx om chirurgische castratie van biggen tegen 2018 te verbieden, waarbij de varkenshouders kunnen kiezen tussen volwaardige alternatieven zoals ook blijkt uit het onderzoek van ILVO in opdracht van Kris Peeters, wordt door de Vlaamse minister van landbouw tegengehouden "omdat de sector geen vragende partij is." De vraag van Onkelinx om geen premies toe te kennen aan kwekers van onnodig en illegaal geblokstaarte trekpaarden, wordt door Peeters onder de mat geveegd. Bovendien is het de partij van Kris Peeters die een verbod op pelsdierhouderijen voor bont tegenhoudt. Als dat het dierenwelzijnsbeleid is dat de Minister-President voor ogen heeft voor Vlaanderen, dan zullen we erop achteruit gaan, in ieder geval niet vooruit.
Het is precies sedert dat dierenwelzijn in 1999 van landbouw overgeheveld werd naar volksgezondheid en leefmilieu dat er manifeste vooruitgang kon geboekt worden.
Voor GAIA moet dierenwelzijn ondergebracht worden bij de minister voor Welzijn, zoals ook de MINA-Raad adviseert, of, in ondergeschikte orde, bij Leefmilieu, in geen geval bij Landbouw, noch geheel, noch gedeeltelijk. Er zijn overigens meer dieren dan honden alleen die baat hebben bij een degelijk beleid, gericht op hun welzijn, veeleer dan louter of voornamelijk op economische belangen: de immense aantallen intensief voor vlees gekweekte dieren, het half miljoen dieren dat voor proeven ziek gemaakt of verminlkt wordt, en de wildeen exotische dieren die in dierentuinen gehouden of verhandeld worden.